• Nieuwsbrief
  • Contact
local institutes: netherlands
  • international
  • asia
  • china
  • indonesia
  • belgium (nl)
  • belgium (fr)
  • netherlands
  • nigeria
FrieslandCampina Institute
  • Zuivel
  • Gezondheid
  • Actueel
  • Kennis
  • Over ons
  1. Home
  2. Gezondheid
  3. Zuivel en gezondheid
  4. Biomarkers van consumptie van vet uit zuivel en het risico op diabetes type 2

Biomarkers van consumptie van vet uit zuivel en het risico op diabetes type 2

Omdat vetarme zuivelproducten minder calorieën en minder verzadigde vetten bevatten, krijgen ze doorgaans de voorkeur op vetrijke zuivelproducten. Echter, klinische onderzoeken die de consumptie van vetarme zuivelproducten vergelijken met de consumptie van vetrijke zuivelproducten, laten niet consequent een verbetering van cardiometabole risicofactoren zien (1-3). Ook zijn de mogelijke effecten van consumptie van vet uit zuivel op het risico op diabetes type 2 niet voldoende vastgesteld.

Samenvatting | Imamura et al. (4) toonden aan dat hogere biomarker waardes voor consumptie van vet uit zuivel worden gelinkt aan een 29% lager risico op diabetes type 2. Hoewel er nog onduidelijkheid bestaat over de precieze betekenis van de biomarkers, suggereert deze meta-analyse dat consumptie van vet uit zuivel mogelijk gelinkt is aan een lager risico op diabetes 2.

Uit observationele onderzoeken is gebleken dat totale zuivelconsumptie wordt gelinkt aan een lager risico op diabetes type 2 (5). Het bewijs voor verschillende soorten zuivelproducten, zoals melk, yoghurt en kaas, is echter inconsistent (5). Om meer duidelijkheid over dit onderwerp te creëren, voerden Imamura et al. (4) een meta-analyse uit om het verband tussen biomarkers van consumptie van vet uit zuivel en het risico op diabetes type 2 te bepalen. Dit artikel is een samenvatting van deze meta-analyse.

Biomarkers van consumptie van vet uit zuivel

Biomarkers van consumptie van vet uit zuivel en het risico op diabetes type 2Het meten van de zuivelconsumptie met behulp van vragenlijsten kan onnauwkeurig zijn, omdat deze methode in grote mate vertrouwt op het geheugen van deelnemers. Ook kunnen er andere fouten optreden. Om dit te voorkomen en zuivelconsumptie nauwkeuriger te meten, heeft de huidige meta-analyse alleen onderzoeken meegenomen die biomarkers van consumptie van vet uit zuivel hebben gemeten.

De volgende verzadigde- en transvetzuren werden gezien als biomarkers voor consumptie van vet uit zuivel (dit betekent dat ze de consumptie van vet uit zuivel weergeven): pentadecaanzuur (15:0), heptadecaanzuur (17:0) en trans-palmitoleïnezuur (t16:1n7). Het bewijs voor het gebruik van deze vetzuren als biomarkers houdt in dat 1) gehaltes van de vetzuren correleren met zelf gerapporteerde consumptie van totale zuivel, vetrijke zuivel en vet uit zuivel, gebaseerd op 24 uurs voedingsdagboeken of 7-daagse voedingsdagboeken, 2) in klinische onderzoeken is gezien dat gehaltes van de vetzuren aanzienlijk stijgen na consumptie van zuivel en dalen nadat vetrijke zuivel in werd vervangen door vetarme zuivel en 3) de vetzuren correleren met elkaar, ook al vertegenwoordigen ze een verschillende groep van vetzuren.   

Hoe de meta-analyse werd uitgevoerd

In totaal werden in de meta-analyse 16 observationele studies meegenomen. Deze studies voldeden aan de volgende criteria:

  • Deelnemers waren 18 jaar of ouder en vrij van diabetes bij aanvang van de studie.
  • Waardes van de vetzuren (15:0, 17:0 of t16:1n7) werden bij aanvang van de studie gemeten in bloed of vetweefsel.
  • Er werd bijgehouden welke deelnemers diabetes type 2 ontwikkelden.

Om het verband tussen de biomarker waardes (elk van de vetzuren afzonderlijk en de som) en het risico op diabetes type 2 te bepalen, werden drie statistische modellen gebruikt. Andere factoren die invloed kunnen hebben op het verband tussen consumptie van vet uit zuivel en het risico op diabetes type 2 (confounders), zoals leeftijd, geslacht, BMI, dyslipidemie, etc., werden geïdentificeerd en opgenomen in de statistische modellen. In het derde model werden alle geïdentificeerde factoren meegenomen. Op deze manier werd de associatie tussen consumptie van vet uit zuivel en diabetes type 2 berekend onafhankelijk van andere (risico)factoren.

De biomarkers en het risico op diabetes

Door het combineren van de 16 onderzoeken, bevatte de meta-analyse meer dan 60.000 deelnemers die gemiddeld 9 jaar werden opgevolgd. In het derde model werd een hoger gehalte van de vetzuren 15:0, 17:0 en t16:1n7 gelinkt aan een, respectievelijk, 20%, 35% en 18% lager risico op diabetes type 2. Een hogere som van de drie vetzuren werd gelinkt aan een 29% lager risico. De effecten van hogere biomarker waardes lijken sterker te zijn bij vrouwen dan bij mannen. Een hogere totale som van de drie vetzuren werd bijvoorbeeld gelinkt aan een 33% lager risico op diabetes type 2 bij vrouwen, terwijl dit bij mannen 23% bedroeg.

Sterke punten en beperkingen van de meta-analyse

Sterke punten

  • De meta-analyse bevat een groot aantal deelnemers, wat leidt tot een grote statistische kracht. Ook kunnen de resultaten hierdoor beter gegeneraliseerd worden.
  • Een groot aantal confounders werden meegenomen in de statistische analyse.
  • Biomarkers zijn niet afhankelijk van het geheugen van deelnemers, waardoor ze de voorkeur krijgen op methoden zoals een voedingsdagboek.

Beperkingen

  • Alhoewel er bewijs is dat de gebruikte biomarkers ten minste gedeeltelijk de consumptie van vet uit zuivel weerspiegelen, kunnen de waardes ook worden beïnvloed door nog onbekende factoren.
  • Daarnaast is het nog niet bekend welke inname hoeveelheid van vet uit zuivel ze weerspiegelen en of dit de inname op korte termijn of op lange termijn weerspiegeld. Het is daarom belangrijk dat er meer onderzoek wordt gedaan naar factoren die de waardes van de biomarkers bepalen.
  • De biomarkers kunnen geen onderscheid maken tussen verschillende voedselbronnen van vet uit zuivel (bijv. kaas, yoghurt of melk). Hierdoor is het niet mogelijk om conclusies te trekken over het effect van de consumptie van verschillende zuivelproducten op het risico op diabetes type 2.
  • Aangezien observationele onderzoeken wel verbanden maar geen oorzakelijke relaties kunnen vaststellen, is verder onderzoek naar onderliggende (biologische) mechanismes waardoor de consumptie van vet uit zuivel mogelijk het risico op diabetes type 2 verlaagd nodig.

Belangrijkste punten uit de meta-analyse (4):

  • Omdat vetarme zuivelproducten minder verzadigde vetten bevatten, krijgen ze doorgaans de voorkeur op vetrijke zuivelproducten. Echter, klinische onderzoeken die de consumptie van vetarme zuivelproducten vergelijken met de consumptie van vetrijke zuivelproducten, laten niet consequent een verbetering van cardiometabole risicofactoren zien.
  • Ook zijn mogelijke effecten van de consumptie van vet uit zuivel op het risico op diabetes type 2 niet voldoende vastgesteld.
  • Een nieuwe meta-analyse, bestaande uit 16 observationele onderzoeken, analyseerde het verband tussen biomarkers van consumptie van vet uit zuivel en het risico op diabetes type 2.
  • Hogere biomarker waardes werden gelinkt aan een 29% lager risico op diabetes type 2.
  • Het is nog niet duidelijk welk effect verschillende zuivelproducten (zoals kaas, yoghurt of melk) mogelijk hebben op het risico op diabetes type 2.
  • Verder onderzoek is nodig naar de precieze betekenis van de biomarkers en de factoren die de waardes van de biomarkers bepalen. Ook is er meer onderzoek nodig naar de biologische mechanismes die ten grondslag liggen aan het waargenomen lagere risico op diabetes type 2.

Lees meer:

  • Gesprekskaart Diabetes type 2
    Gesprekskaart Diabetes type 2

Referenties

  1. Lawrence, G. D. (2013). Dietary fats and health: dietary recommendations in the context of scientific evidence. Advances in nutrition, 4(3), 294-302.
  2. Drouin-Chartier, J. P., Côté, J. A., Labonté, M. È., Brassard, D., Tessier-Grenier, M., Desroches, S., … & Lamarche, B. (2016). Comprehensive review of the impact of dairy foods and dairy fat on cardiometabolic risk. Advances in Nutrition, 7(6), 1041-1051.
  3. Benatar, J. R., Sidhu, K., & Stewart, R. A. (2013). Effects of high and low fat dairy food on cardio-metabolic risk factors: a meta-analysis of randomized studies. PloS one, 8(10), e76480.
  4. Imamura, F., Fretts, A., Marklund, M., Korat, A. V. A., Yang, W. S., Lankinen, M., … & Bassett, J. K. (2018). Fatty acid biomarkers of dairy fat consumption and incidence of type 2 diabetes: A pooled analysis of prospective cohort studies. PLoS medicine, 15 (10), e1002670.
  5. Gijsbers, L., Ding, E. L., Malik, V. S., de Goede, J., Geleijnse, J. M., & Soedamah-Muthu, S. S. (2016). Consumption of dairy foods and diabetes incidence: a dose-response meta-analysis of observational studies. The American journal of clinical nutrition, 103(4), 1111-1124.
Gepubliceerd op: 14 maart 2019
Zuivel Gezondheid Video's Over ons Veelgestelde vragen Contact

Volg ons op social media:

Alleen voor voedings- en gezondheidsprofessionals
  • Cookiebeleid
  • Privacybeleid
  • Disclaimer
  • Algemene voorwaarden