De rol van melk bij botgezondheid
Erfelijkheid is de belangrijkste factor voor sterke botten. Het bepaalt voor 60-80% de piekbotmassa: de maximale botdichtheid. Ook voeding en lichaamsbeweging spelen een belangrijke rol bij de botontwikkeling tijdens de groei van de botmassa bij kinderen en het behoud van de botten bij volwassenen en ouderen. Gezondheidsautoriteiten zijn het er over eens dat calcium, eiwit en fosfor uit onder andere melk helpen bij het behoud van de botmassa.
De botmassa bestaat uit een matrix van eiwit, die gevuld is met calciumfosfaat en andere mineralen zoals natrium, magnesium, kalium en zink. Gedurende het leven wordt botweefsel constant afgebroken (resorptie) en weer opgebouwd (formatie). Dit om te herstellen na kleine beschadigingen en om de stevigheid aan te passen aan de mate van de belasting op het bot. Vanaf de geboorte tot ongeveer dertig jaar is de botopbouw groter dan de botafbraak en neemt de botdichtheid toe, met als resultaat een maximale piekbotdichtheid. Ongeveer 95% van het volwassen skelet is al aan het einde van de adolescentie gevormd.
Met name tijdens de puberteit neemt de botmassa flink toe; gemiddeld 40-60% van de botmassa op volwassen leeftijd wordt in deze periode gevormd. Bij meisjes is dit piekmoment gemiddeld op een leeftijd van 12,5 jaar, bij jongens op 14,0 jaar. Vanaf een jaar of vijftig is de afbraak groter dan de opbouw, wat resulteert in een netto afname van de botdichtheid. Bij vrouwen gaat dit proces, door veranderingen in de hormoonhuishouding sneller dan bij mannen. Op tachtigjarige leeftijd is bij vrouwen de oorspronkelijke piekbotmassa afgenomen met gemiddeld 40- 45%, bij mannen is de afname gemiddeld 30%.
Erfelijkheid
Genetische factoren bepalen voor 60 tot 80% de variatie in piekbotmassa. Hiernaast speelt voldoende lichaamsbeweging en een voedingspatroon met voldoende calcium, vitamine D en eiwit een belangrijke rol. Ook hormonen (geslachts- en groeihormonen), etniciteit, geslacht, medicijngebruik, BMI, roken en alcoholgebruik zijn determinanten die invloed hebben op de botmassa.
Calcium
Calcium is een belangrijke bouwsteen voor de botten. In totaal is 99% van het calcium in het lichaam opgeslagen in het bot. Naast calcium spelen ook eiwit, fosfor, zink, magnesium en de vitamines K en D een rol bij het behoud van de botmassa. Deze voedingstoffen zijn onderdeel van de botmatrix, of dragen in het geval van vitamine D bij aan de opname van calcium en fosfor in het lichaam.
In een aantal wetenschappelijke publicaties van meer dan tien jaar geleden werd gesteld dat een verhoogde eiwitinname een nadelig effect zou hebben op de gezondheid van de botten als gevolg van een verhoogde hoeveelheid calcium in de urine (hypercalciurie) en een teruglopende calciumvoorraad in de botten. Dit wordt echter niet bevestigd door meer recent wetenschappelijk onderzoek. Alleen in het geval van een hele hoge eiwitinname in combinatie met een lage calciuminname zou er mogelijk een nadelig effect op de botgezondheid kunnen zijn. Dit komt bijna niet voor wanneer zuivel onderdeel is van het voedingspatroon. Verder is bekend dat een hoge inname van cafeïne, koolzuurhoudende dranken, alcohol en zout een negatief effect kan hebben op de calciumbalans.
Zuivel
Melk is van nature een bron van eiwit, calcium en fosfor. Deze voedingsstoffen dragen bij aan het behoud van de botmassa. Dit wordt ook gezien in een recente literatuurreview van interventie en observationele studies. De onderzoekers concluderen dat de consumptie van zuivel is geassocieerd met een hogere opbouw van botmassa bij kinderen en adolescenten (2-19 jaar). Dit verband is volgens de onderzoekers onder andere toe te schrijven aan de mineralen calcium en fosfor die van nature aanwezig zijn in melk.
Lees meer:
Referenties
- Bischoff-Ferrari, H.A., et al (2011). Milk intake and risk of hip fracture in men and women: a meta-analysis of prospective cohort studies. J Bone Miner Res, 2011. 26(4): p. 833-9.
- Bonjour, J.P. et al (2013). Dairy in adulthood: From foods to nutrient interactions on bone and skeletal muscle health. Journal of the American College of Nutrition, 2012; Vol. 32, No. 4, pp. 251–263.
- Bonjour, J.P. (2005). Dietary protein: an essential nutrient for bone health. J Am Coll Nutr, 2005. 24(6 Suppl): p. 526S-36S.
- Dawson-Hughes, B., et al (2013). Bone care for the postmenopausal woman. International Osteoporosis Foundation 2013. Zwitserland, Nyon.
- Dror, D.K. en Allen, L.H. (2013). Dairy product intake in children and adolescents in developed countries: trends, nutritional contribution, and a review of association with health outcomes. Nutrition Reviews. doi:10.1111/nure.12078.
- Golden, N.H. et al (2014). Optimizing Bone Health in Children and Adolescents. American Academic of Pediatrics, 2014. doi:10.1542/peds.2014-2173.
- Heaney, R.P., Dairy and bone health. J Am Coll Nutr, 2009. 28 Suppl 1: p. 82S-90S.
- Hooven, van den, E.H. et al (2015). Infant dietary patterns and bone mass in childhood: the Generation R Study. Osteoporos Int, 2015; 26:1595–1604.
- ILSI (1999). Calcium in nutrition. ILSI Europe Concise Monograph Series. International life sciences institute, Brussel, België, 1999.
- International Osteoporosis Foundation (2001). Invest in your bones. How diet, life style and genetics affect bone development in young people.
- International Osteoporosis Foundation, 2001. Zwitserland, Nyon. International Osteoporosis Foundation (2013). Bone care for the postmenopausal woman. International Osteoporosis Foundation 2013. Zwitserland, Nyon.
- Kerstetter, J.E., A.M. Kenny, and K.L. Insogna, Dietary protein and skeletal health: a review of recent human research. Curr Opin Lipidol, 2011. 22(1): p. 16-20.
- R. et al (2010). Maximizing bone mineral mass gain during growth for the prevention of fractures in the adolescents and the elderly. Bone, 2010; Vol. 46, pp. 294-305.
- Wu, X.P., et al (2003) A comparison study of the reference curves of bone mineral density at different skeletal sites in native Chinese, Japanese, and American Caucasian women. Calcif Tissue Int, 2003. 73(2): p. 122-32.